Met de kapper ging het gesprek zoals gewoonlijk eerst over de kinderen. Hij kent er een paar van de onze en ik vind het leuk om te horen over de zijne. Hoe het kwam weet ik niet meer, maar de ‘doorsnee-Amerikaan’ kwam voorbij. De inwoner van de USA die dikwijls weinig weet – in de ogen van Europeanen althans – van wat er verderop in de wereld gebeurt. Fred – zo heet de man die mij zo nu en dan bovenop bijwerkt – was genuanceerd. ‘Wij lachen wel’, zei hij, ‘om die Amerikanen, die denken dat Nederland ergens bij Finland ligt, maar hoeveel Nederlanders zouden 10 van de 52 staten kunnen aanwijzen?’

 

En hij had – in ieder geval voor een deel - gelijk. Hoe goed is de ‘doorsnee-Nederlander’ op de hoogte? Veel meer dan wat er in het Tv-journaal voorbijkomt, zal het vaak niet zijn. Op zich is dat geen ramp. Het gevaar is alleen, dat wie slecht geïnformeerd is, slachtoffer wordt van oppervlakkige of populistische prietpraat.

 

Dat geldt voor de samenleving, de politiek, maar ook voor de kerk.

 

Een voorbeeld van het voetbalveld. Een speler krijgt een klap tegen het hoofd. Trainer schrikt geweldig, sommige medespelers huilen. Op de een of andere manier gaat het gerucht dat de man zijn tong heeft ingeslikt dan wel zijn nek gebroken. Uiteindelijk viel het allemaal erg mee. Hij moet het een week rustig aan doen. Ander voorbeeld: iemand struikelt, verstuikt een enkel en in het dorp is deze persoon zo ongeveer in de derde doorvertelronde overleden.

 

Vandaag kreeg ik een mailtje van iemand die in de knoop zat met haar geloof. ‘Hoe kan welke God dan ook toestaan dat er een dodelijke ziekte toeslaat?’ Ik heb nog geen verdere informatie over haar, maar ik vermoed dat zij thuishoort in kringen waar men denkt dat iemand die ‘goed’ gelooft zoiets niet kan overkomen. Het zogenaamde welvaartsevangelie maakt in sommige kringen nogal opgeld. Ook dat is een gebrek aan informatie. Nergens belooft Jezus aan zijn volgelingen rijkdom, gezondheid en succes. Integendeel. De enige belofte die wij krijgen is dat Hij ons nooit alleen laat. In het Oude Testament is de zegen soms ook materieel, maar dan zijn er wel weer andere problemen. Denk maar aan Abraham, Izaäk en Jakob. Maar David laat al weten hoe het zit: ‘Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij …’

 

Soms word ik moe van onwetendheid. Zoals bij geklets over de landelijke kerk die maar geld zou verspillen. Niet eens een halve waarheid, maar een hele leugen. 

 

Zorgelijker wordt het wanneer de onwetendheid gaat over de inhoud van het geloof. Wanneer bijvoorbeeld God wordt verkleind tot een soort kinderoppas die er voor moet zorgen dat ons niets vervelends gebeurt. Of wanneer men denkt dat geloof en eredienst allereerst leuk moeten zijn of onderhoudend. Kom op, denk ik dan, lees eens wat brieven uit het Nieuwe Testament.

 

Kortom: wat wij nodig hebben is Bijbelstudie, stevige uitleg en informatie via kerkelijke pers.